Veel organisaties streven ernaar om het beste uit hun medewerkers te halen. En willen het…
Jongeren vragen ander leiderschap
De Gooi en Eemlander
Boeken over hoe je als manager het beste uit je personeel naar boven haalt zijn er genoeg. Maar de gedachte dat een twintigjarige op een andere manier leiding wenst te krijgen dan een zestigjarige is nog niet wijd verspreid.
De Naardense Marjolein Risseeuw heeft daar een boek over geschreven: Zo X! heet het. Daarin wordt uitgezet waarop het leiderschap van de babyboomers is gebaseerd en hoe de generaties die daarop volgen tegen aankijken. De Naardense is bedrijfskundige en werkt al twintig jaar als adviseur en manager op strategisch niveau. Ze geeft leiderschapsprogramma’s, lezingen en workshops en adviseert over het centrale thema van dit boek. Eerder verscheen van haar hand ‘managen is alleen leuk als het tijdelijk is’.
Naast de babyboomers onderscheidt Risseeuw de generatie X (geboren tussen 1960 en 1975), de generatie Y (1975- 1990) en de Einstein-generatie (geboren ná 1990) X werd gevormd in de economisch gezien moeilijke jaren tachtig. Ze staan liever tússen de mensen dan erboven, Y, groot geworden met MTV, is zich bewust van de keuze vrijheid en Einstein is creatief, multidisciplair, heeft veel behoefte aan uitdaging. Ze baseert haar kwalificaties op onderzoek onder de verschillende leeftijdscategorieën, waarbij de vraag naar het gewenste leiderschap centraal stond. Risseeuw kwam op het onderwerp nadat ze eerst onderzoek had gedaan naar vrouwelijk leiderschap en de al decennia levende vraag waarom er niet méér vrouwen naar de top doorstoten. ,,Er veranderde niks, het schoot niet op.Toen kwam ik er wel eigenlijk achter dat het eigenlijk meer een generarieverschil is. Het ligt breder dan alleen man/vrouw.”
Wat bleek: veel werknemers hadden behoefte aan wat de Naardense noemt: verbindend leiderschap. Empathie, je kunnen inleven in anderen, sensitief zijn, ” vinden veel werknemers belangrijk.. En die eigenschappen zijn het best ontwikkeld door de generatie X,” zo vindt ze. Het zijn zogenaamde ‘vrouwelijke’ eigenschappen. Haar opvattingen kunnen in vele sectoren in de praktijk worden gebracht. Niet alleen de multinational, maar ook bij de overheid en in de gezondheidszorg of schoolbesturen. En per definitie ook in familiebedrijven. Blijft overeind dat er in de meeste gevallen één persoon verantwoordelijk, ze zal het niet ontkennen. ,,Maar veel meer dan vroeger is het verantwoordelijkheid geven en nemen.”
Voor wie is het boek bestemd? ,,Voor mensen aan de top, maar ook zij die er vlak onder zitten. Daar valt nog een wereld te winnen. ” Tot welke generatie behoort ze zelf eigenlijk? ,,De generatie X, maar volgens mij heeft dat geen rol gespeeld. Wat ik vind is gebaseerd op onderzoek, niet zozeer op vooroordelen”.